Mijn moeder heeft Alzheimer, de dokter heeft zojuist gesproken.
Het is 28 oktober en we zitten met het complete gezin in de spreekkamer van dr. S. geriater van de Geheugenpoli.
Mijn moeder, vader, zus en ik.
Mijn moeder zit recht voor dokter S.en mijn vader ernaast.
Mijn zus en ik zitten links van hen beiden.
Ik heb mijn stoel wat naar achter geschoven: afstand nemen en observeren.
Enkele weken geleden wist ik nog niet van een Geheugenpoli.
In de afgelopen weken is veel veranderd.
Ik kijk terluiks naar het gezicht van de anderen.
Mijn moeder die wat naar voren leunt en luistert met haar ogen nog vergroot door haar brillenglazen. Mijn vader, handen gevouwen in schoot en hoofd iets naar beneden. Ik denk zijn ogen vochtig.
Ik let op de dokter. Hij brengt het goed! Het gesprek begon met benoemen wat er de afgelopen weken is gebeurd:
Mijn moeder die ziek werd en de toenemende verwardheid die reden was voor de huisarts haar door te verwijzen naar hier.
Het onderzoek wat plaats heeft gevonden en dat mijn moeder het toch best heel goed deed.
Dat er geen rare dingen zijn gevonden waar mijn moeder best bang voor was.
Geen gezwellen, geen bloedingen in de hersenen...
Dat ze veel testjes heel goed heeft doorstaan, maar dat toch een en ander achteruit ging......
................................................................................................................................................................
Dat noemen we de ziekte van Alzheimer zegt de dokter.
Dat het fijn was dat ze er zo op tijd bij was, dat dat goed was. Dat er nu goed gekeken kan worden wat er te doen valt.
Mijn moeder knikt en lijkt opgelucht.
Dokter neemt zijn tijd, hij verstaat zijn vak.
Mijn ouders kijken hem verwachtingsvol aan: Een dokter vertelt toch hoe je beter worden kan?
Dokter S. spreekt van medicatie, mijn ouders hangen aan zijn lippen.
Het gaat echter niet om beter worden, maar om zo lang mogelijk te behouden wat er nu nog is.
Mijn moeder, die zeer slecht eet, krijgt pleisters.
Mijn vader vraagt dokter S. of hij die ook zelf plakken kan.
Ik kijk S. doordringend aan en schud voor mijn pa onmerkbaar met mijn hoofd.
S. pikt het op, zoals ik al zei: hij verstaat zijn vak.
"Natuurlijk meneer Goossens", zegt hij,"dat kan zeker zelf".
"Maar"... en dan komen er redenen waarom het net zo goed is als er een wijkzuster komt plakken.
Een wijkzuster! Dat is mijn doel. Een wijkzuster die iedere dag even poolshoogte nemen kan.
Een wijkzuster die een oogje in het zeil houden kan.
Een wijkzuster die voor het sociale contact wat mijn moeder zo ontbeert kan zorgen, al is het enkele minuten op een dag.
Ik weet dat ze er naar uit zal kijken...even iemand anders dan mijn vader om mee te praten.
Mijn vader gaat zichtbaar geïrriteerd akkoord met een wijkzuster.
Mijn vader houdt niet van bemoeienissen en afhankelijkheid.
Mijn vader houdt het liever zelf onder controle.
Na het gesprek met dokter S. een vervolg met de verpleegkundige:
Annie, van wie mijn ouders zeer gecharmeerd zijn.
Ook Annie verstaat haar vak.
Zij praat over gemeenschappelijke kennissen, gebeurtenissen en plaatsen.
Zij stelt mijn moeder én evenzo mijn vader op het gemak.
Afspraken over de medicatie worden gemaakt.
En over de wijkzuster die ervoor zorgen zal, voor die pleisters dus.
De nieuwe afspraken, zuster Annie...de sfeer wordt stilaan iets minder geladen.
Na tijd te hebben genomen, verlaten we de spreekkamer.
Mijn moeder keuvelt met wat bekenden op de gang, mijn vader zet er liever de pas is.
Wat ik al zo lang vermoedde en steeds zekerder wist is eindelijk bevestigd:
Mijn moeder heeft Alzheimer.
Het is nu definitief.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Zei de arts werkelijk Alzheimer? Dat bevreemdt mij een beetje. Alzheimer is een van de vormen van dementie, maar dat kun je volgens mij pas na overlijden vaststellen. Je hebt ook vasculaire dementie en de ziekte van Pick. Volgens de huidige inzichten denkt men (=De Wetenschap) dat de verschillende vormen niet apart maar eerder samen voorkomen. Tenminste dat heb ik tot nog toe begrepen.
BeantwoordenVerwijderen@Mieka ja dat zei hij idd... mijn vader vond dat 'zwaarder' klinken dan dementie en ik juist weer niet...
BeantwoordenVerwijderen