Met mijn moeder aan de arm schuifel ik over de stoep, het gaat tergend langzaam, in de verte dreigt een inktzwarte lucht.
Mijn moeder ziet het ook en vraagt of we iets harder door kunnen stappen. 'Geef zelf het tempo maar aan' zeg ik en waarachtig we gaan iets sneller vooruit.
'Weet je nog hoe hard je vroeger liep?' vraag ik mijn moeder: "Zo hard dat wij kinderen je nooit bij konden houden?' Mijn moeder trok ons altijd hard mee aan de arm met verbeten gezicht. Lopen met ons als ballast was niet haar favoriete bezigheid. Wij op korte beentjes renden met haar mee...
'Ja' zegt mijn moeder en lacht, "maar het was goed bedoeld' zegt ze vriendelijk.
Vast wel, denk ik, je kon er ook niks aan doen dat je niet blij met ons was, althans niet met mij denk ik.
Het moet iets te maken hebben gehad met de doodgeboren broers, toen kwam na veel verdriet ik eraan en dat was vast niet wat ze had verwacht...maar goed, dat is geweest dat is voorbij.
Nu is mijn moeder blij met mij. Zegt ze toch. Ik geloof haar wel. Als ik op bezoek kom stralen haar ogen en tegen de arts in het ziekenhuis die met haar praatte over haar in de war zijn, zei ze dat ze lieve dochters heeft die goed voor haar zorgen.
Awel, ze noemt me lief. Dat is een nieuwe fase in haar leven...en in de mijne. De fase van rol van lieve dochter voor lieve oude moeder. Hoewel ik soms nog moeite heb met het haar lief vinden...niet zo gek na bijna 50 jaar anders te hebben gevoeld.
Nu zie ik in niets meer de zure moeder met verbeten blik. Ik zie een lief oud vrouwtje wat iedereen groet en iedereen kent. Althans..... zo denkt ze dat.
Ik wandel wat met, en koop in de plaatselijke Kruidvat wat spulletjes voor haar. Zelf duikt ze begerig in de mand met snoep. Eigenlijk mag ze die niet eten vind ik, want ze snoept altijd en eet nooit. Weer geen eetlust straks verzucht ik stil, maar laat haar begaan. Ze mag genieten van mij, wat maakt het uit voor haar broze lichaam.
Als een kind staat ze met haar kleine portemonnee voor de kassa en peutert er wat geld uit, in de hoop dat ze genoeg geeft. Ze verwondert zich dat alle winkels kruidvat heten en veel vrouwen een dik achterwerk hebben.
We schuifelen traag naar huis.
Later zegt ze mijn zus dat ik heerlijke snoepjes had meegebracht, maar alles zelf had opgegeten...Dat ze helaas niet weet waar die snoepjes te kopen....
'Ach' zei mijn moeder...'ons Marianne heeft zo heerlijk genoten van de middag winkelen...dat heeft ze toch niet he daar in Wouw. Ik ben echt blij dat ze het zo naar haar zin had'.
Eindelijk heb ik er vrede mee, dat mijn moeder haar eigen waarheid leeft.
Bijna 50 jaar gaf ik tegengas, het had uiteindelijk weinig zin...
Zin zal het ook nooit meer hebben, ik laat het wat het is....het hoeft immers niet meer...
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten