Ze kijkt schuin omhoog wanneer ik groet en glimlacht flauwtjes. Haar ogen staan waterig en rood, de bril ontbreekt.
Het is duidelijk geen goede bui, geen goed moment..
Ze staart naar de tafel, het opschrijfboekje, de potloodjes...
"Alles weg" stamelt ze...ze schuift wat met het boekje. Onzeker gaat haar hand over de kaft, het papier.
"Ik kan niet meer lezen" zegt ze "ook niet meer schrijven"...

Ik weet niks te zeggen.
Mijn vader komt uit de keuken, legt zijn hand op haar schouder, buigt zich voorover en geeft tekst en uitleg terwijl hij mijn moeder bemoedigend toeknikt.
Hij heeft de letters van het alfabet met haar opgeschreven. Ze oefenen woordjes.
In het boekje staan eenvoudige blokletters die samen de titels van boeken op de tafel vormen.
Boeken die er liggen te liggen, boeken soms nog cadeau gekregen, ontkennend wat zij is geworden.
Mijn vader spelt de letters en als zij het niet weet, zoekt ze het op in het voorbeeld wat hij voor haar heeft geschreven.
Ze is triestig en ik snap het. Ik zoek naar woorden, sla mijn arm om haar broze lijf.
"Kom, we gaan gezellig praten, en koffie drinken met lekkere koeken erbij."
Mama lacht...en zegt dat ze blij is dat we toch nog gekomen zijn en dat ze dat niet wist...
Ik pak het notitieboekje en zie de simpele hoekige lijnen door haar geschreven.
Naast me zit de vrouw die werd geroemd om haar kalligrafische kunstwerken.