
Ik ben de tel kwijt. Hoeveel is er verstreken en hoeveel nog te gaan?
In het huis is het stil. De klokt tikt de tijd. Ik zie op mijn horloge wanneer ik weg kan, het leven tegemoet. Mijn vader ziet opgelucht etenstijd naderen en de mogelijkheid de dag zoetjes te sluiten. Moeder zoekt in verwarring haar tijd en plaats.
Morgen gaan we verder en hopen we op meer tijd van leven.